Mijn collega’s en ik adviseren de burgemeesters, wethouders en collega’s op het gebied van veiligheid. Dat kan echt van alles zijn, bijvoorbeeld bij rampen of drugsproblematiek. Zo krijgt de politie regelmatig een melding over aanhoudende wietlucht. Treffen we een hennepkwekerij aan? Dan is het onze rol om het bestuursrecht toe te passen en dit kan eventueel leiden tot de sluiting van een pand. Maar het kan ook iets héél anders zijn, bijvoorbeeld een gesprongen waterleiding die hevige wateroverlast veroorzaakt of iemand op straat die verward gedrag vertoont.
Nee, geen dag is hetzelfde. Soms, als het rustig is, kan ik aan een project werken. Dan ga ik in gesprek met ondernemers en inwoners, over hoe we iets veiliger kunnen maken. In zo’n week kan ik mijn agenda redelijk volgen. Maar er kan natuurlijk elk moment een melding komen. Dan ga ik daar direct op handelen. Ineens van 0 naar 100! Ook ’s nachts.
Alles doen en overal iets van vinden
Die dynamiek en het directe contact; dat vind ik het mooie van werken bij ABG. Ik sta even dicht bij de inwoners als bij het bestuur. De burgemeester heb ik bijvoorbeeld zo aan de lijn. Dat maakt het leuk. In een grotere stad ben je specialist op één gebied van veiligheid, hier ben je juist de generalist. Ik mag alles doen en overal iets van vinden. Dat bevalt me wel. Zo krijgen we regelmatig bezoek van hoogwaardigheidsbekleders, zo was de commissaris van de Koning laatst op bezoek. Er worden dan ook veiligheidsonderwerpen besproken, en je raadt wel wie die mag toelichten…
Dat de grens dwars door Baarle-Nassau loopt, maakt het werk nog uitdagender. Vooral tijdens de coronaperiode. Neem een winkel zoals de Zeeman. Een deel van de zaak staat op Belgisch grondgebied, en volgens hun regels moest de zaak sluiten. Maar de voordeur staat in Nederland en van ons mochten ze openblijven. Tom Poes verzin een list! Er kwam een lint in de winkel, precies op de grens. Het Belgische deel werd gesloten, het Nederlandse bleef gewoon open. We zeiden weleens gekscherend: “Mannenonderbroeken kun je kopen, maar vrouwenondergoed even niet.”